Resultaat van een zoektocht

Ter ere van het 10-jarig bestaan van de HTF heb ik een lezing gehouden over wat het betekent een persoon te zijn. Charles Taylor stelt in Sources of the Self dat weten wie je bent, een afgeleide is van weten waar je staat. Taylor spreekt over een morele ruimte waarin mensen hun identiteit en keuzes positioneren en richting vinden in wat het betekent om goed, waarachtig en waardevol te leven, met andere woorden: wat het betekent om een persoon te zijn.

Tijdens de lezing hebben we samen gekeken naar de toespraak I Have a Dream van Martin Luther King. Vervolgens werd de 40 deelnemers gevraagd een visuele representatie te maken van hun mentale ruimte. Zij markeerden daarin zowel hun eigen positie (het zelf) als die van King. De onderstaande afbeelding geeft het resultaat weer.


Verklaring

Cognitieve neurowetenschappers boeken de laatste jaren spectaculaire resultaten in de zoektocht naar de aard van subjectieve ervaringen. In ons brein bevinden zich fysiek belichaamde informatieruimten waarin mentale processen plaatsvinden. Bewuste en onbewuste ervaringen, gevoelens, gedachten en representaties hebben daarin een vaste plek, in wat wetenschappers een Q-continuüm noemen: een ruimte waarin ervaringen (qualia) gerangschikt liggen en in principe gelabeld kunnen worden met coördinaten.

Zo ontstaat een mentale kaart van de werkelijkheid: een ruimte bevolkt met waarden, gevoelens en waarderingen, vaak gerepresenteerd door rolmodellen (significant others). Gedeelde ervaringen – bijvoorbeeld samen naar een film kijken – liggen dicht bij elkaar in die ruimte. Geliefden en boezemvrienden hebben veel ervaringen die ruimtelijk overlappen of dicht bij elkaar liggen.

Het samen luisteren naar King heeft geleid tot clustering: veel punten liggen gegroepeerd in een klein deel van de ruimte. Opvallend is de sterke vereenzelfviging met de waarden die King representeert: veel punten liggen dicht bij het zelf.

Alle deelnemers voelden zich na afloop iemand: zij kunnen zich oriënteren in een morele ruimte.